“Oermoeder” versus onderwijs @InfoOc #ouderbetrokkenheid
Onlangs sprak ik een collega-onderwijsconsulent over het bekende thema dat door scholen doorgaans wordt samengevat onder het kopje: “lastige ouders”. Dat zijn in de praktijk vaker moeders dan vaders en hij bleek een geheel andere term voor dit fenomeen te hanteren: “oermoeders”!
Ik vroeg hem enige uitleg over zijn vondst en zijn voorbeelden ter illustratie van deze opmerkelijke woordkeus sloten naadloos aan op mijn ervaringen.
Zo kwam bij mij direct een associatie uit een recente casus naar voren. Daarin was er een conflict ontstaan tussen een moeder en de school over de invulling van de individuele begeleiding beschreven in het handelingsplan. De school had hier, om praktische redenen, een wat andere invulling aangegeven, waardoor deze “oermoeder” nu via mails en telefoon en het herschrijven van het handelingsplan probeerde de situatie te redden. Toen dit niet het gewenste effect had, ging ze de zorgcoördinator in haar werk aansturen en handelingsvoorschriften opleggen. Langzaamaan riep dit een allergische reactie bij de school op en omdat deze moeder dat aanvoelde, kwam zij met wetteksten om haar inzet kracht bij zetten.
Alles heel goed en ter ondersteuning bedoeld, maar de school vond dit minder prettig en voelde zich onheus bejegend. Het wederzijdse vertrouwen werd geschaad en dit zeer gevoelige kind kwam zelfs thuis te zitten. Als reactie op een mail van deze moeder stuurde de directeur mij de tekst: “Dit maakt wel duidelijk hoe kritisch ouders kijken.” Ik mailde hem terug: “Ouders zijn erg gevoelig geworden in de communicatie inderdaad. Ik hoop dat jullie als school weer de draad kunnen oppakken om naast deze ouders te gaan staan in plaats van tegenover hen.”
Wat is hier nu eigenlijk aan de hand? Een gezonde ontwikkeling van elke leerling verloopt geleidelijk van persoonsafhankelijkheid naar structuurafhankelijkheid. Op de basisschool gaat de kleuter eerst nog letterlijk aan de hand van de juf (zelden een meester) van start in een overzichtelijk en vast lokaal, om vervolgens langzamerhand wat meer los te gaan raken van die sturende en veilige warmte. De persoonsafhankelijkheid wordt er blijvend gegarandeerd, maar neemt af. Echter, pas als de middelbare school begint, komt de leerling in een leeromgeving waarin structuurafhankelijkheid de kern vormt. Niet langer zijn er een paar leraren die je heel goed kennen, maar je krijgt ineens een opmerkelijk aantal verschillende leraren in een veel grotere en ongestructureerde setting binnen vaak onleesbaar en veranderlijk lesrooster dat recht geeft op steeds wisselende lokalen en leraren. Geen wonder dat sommige leerlingen moeite hebben met die overgang!
Voor leerlingen met beperkingen of leerlingen die om een andere reden sociaal-emotioneel wat jonger zijn kan de stap naar structuurafhankelijkheid te vroeg komen: zij zijn nog sterk persoonsafhankelijk en kunnen letterlijk verzuipen in de voor anderen wel passende structuur. Een structuur die normaliter jongeren meer vrijheid geeft en voor wie de wereld dankbaar steeds groter wordt.
Als deze stap voor een leerling te vroeg komt, kan dat leiden tot problemen op de middelbare school en zelfs thuiszitten tot gevolg hebben. En dan, wanneer dit dreigt, komt de “oermoeder” naar voren: zij voelt de persoonsafhankelijkheid van haar kind haarfijn aan en neigt er toe die zelf te vervullen, vooral als ze meent te zien dat school haar kind op dat aspect in de kou laat staan. Vervult ze hem niet zelf, dan vraagt ze de school die te vervullen. Dat leidt vaak tot uitgebreide mails en telefoongesprekken met ongevraagde tips, emoties, onbegrip, of vragen vanuit de ouder die voor haar kind in de bres springt. En niet zelden tot forse ergernis bij degenen die namens de school communiceren. De kwalificatie “lastige ouder” is dan snel gemaakt en daar hoort in de discussie binnen school steevast de overtuiging bij dat de bemoeizuchtige ouder de ontwikkeling van haar kind op school in de weg zit en hem of haar expres klein houdt, of zelfs de oorzaak is voor alle problemen.
Want de school wil de leerling gewoon in de les zien, binnen het door roostermakers zo mooi gefabriceerde programma. En als een leerling dat niet langer kan of brengt, dan is er leerlingenzorg om dat met enige persoonlijke aandacht toch voor elkaar te krijgen. Een betrokken ouder die het kind terug lijkt te trekken in persoonsafhankelijkheid staat daarmee juist ontwikkeling naar structuurafhankelijkheid in de weg, zo is de gangbare opinie op menig school.
Dus is het van groot belang om de misverstanden in de communicatie tussen betrokken ouders en school te begrijpen: zij redeneren vanuit een totaal ander, maar logisch en oprecht perspectief. Als beide partijen zich dat realiseren, regelmatig met hulp van de onderwijsconsulent, dan zien zij hopelijk de overeenkomst in de gedeelde missie: het oerverlangen naar ontwikkeling voor hun kind of leerling!
Yvon Wagenaar is een van de onderwijsconsulenten en onderwijszorgconsulenten die zijn ingesteld door de minister van OCW. Zij bemiddelen en adviseren op verzoek en proberen te komen tot een passende oplossing in het passend onderwijs bij de plaatsing van leerlingen met een zorgbehoefte en thuiszitters. De onderwijsconsulent is onafhankelijk en heeft de leerling als uitgangspunt. Zie www.onderwijsconsulenten.nl.
One Response to ““Oermoeder” versus onderwijs @InfoOc #ouderbetrokkenheid”