Sociale veiligheid op school: niet alleen de taak van de docent

Ze maakt het met eigen ogen mee: hoe scholen op hun eigen wijze omgaan met sociale veiligheid. Practor Birgit Pfeifer, die namens het MBO-practoraat Verschillen waarderen werkt, merkte uit eigen ervaring hoe een vurige discussie over de Nashville-verklaring de geborgenheid op scherp zette. Tóch kreeg ze het voor elkaar dat een van de leerlingen, uit een gezin die wel achter de verklaring stond, door medewerking van iedereen haar verhaal kon doen. ’In deze les werd duidelijk dat je elkaars mening niet hoeft te delen, maar je elkaar wel op persoonlijk vlak kunt ontmoeten.’ En daarom maakt ze zich ze hard voor sociale veiligheid dat door héél de school en zelfs de politiek moeten worden gewaarborgd.

Voor Birgit Pfeifer is het duidelijk: sociale veiligheid creëer je met héél de school. Van leerling en docent tot leidinggevenden en beleidsmakers. ”Het is iets wat van de klas tot aan de docentenkamer geldt. In mijn werk als practor maak ik het vaak genoeg mee. Ik zie soms gelijk als ik ergens binnenkom: hier zit het goed. Maar ook soms: oei, ik ervaar dit als minder sociaal veilig”, zegt Pfeifer.

Ze pleit ervoor dat scholen vooraf al een duidelijk beeld hebben van hoe ze moeten handelen als de sociale veiligheid en geborgenheid in het geding raken. ”Je hoort nu veel over de handelingsverlegenheid van docenten: dat zij niet weten wat zij moet doen. Maar daarmee zeg je eigenlijk dat het de docent is die in een onveilige situatie iets moet doen en dat daarmee het probleem opgelost is.”

Al weten

Maar op het moment dat zich een situatie voordoet moet juist de hele school al weten hoe je ermee omgaat. ”Het moet voor iedereen duidelijk zijn hoe je met meningsverschillen, inclusie, diversiteit en vrijheid van meningsuiting omgaat. Als je wacht tot er iets gebeurt, ben je al te laat”, meent Pfeifer.

‘Er wordt veel te veel gedacht in meetbaarheid en cijfers. Maar sociale veiligheid kun je zo niet aantonen’

Behalve dat de hele school hieraan bij moet dragen, ligt er volgens haar ook een taak bij de politiek. ”De politiek mag eisen dat scholen aandacht hebben voor sociale veiligheid, maar moet daar geen cijfers aan verbinden die dan weer getoetst of beoordeeld worden door de inspectie. Er wordt veel te veel gedacht in meetbaarheid en cijfers. Maar sociale veiligheid kun je niet aantonen in een rapport met cijfers. Wat er nu in het mbo gebeurt, is dat veel van die vraagstukken in burgerschapslessen worden gepropt. Maar het is zoveel meer dan dat. Het is een opdracht voor ons allemaal.”

Pfeifer roept de politiek dan ook op om sociale veiligheid te zien als het complexe vraagstuk dat het is. ”Je kunt er niet één meetbare oplossing of eis op loslaten. Je moet de inspectie ook leren herkennen wat sociale veiligheid is en hoe de school daarmee omgaat, zonder er een papier met getallen aan te hangen.”

Gelijkwaardigheid

In de klas gaat sociale veiligheid om verschillen waarderen en inclusiviteit. Deze twee dingen hebben alles met sociale veiligheid te maken, aldus Pfeifer. ”Als iedereen zich gezien en gehoord voelt en omgang op gelijkwaardigheid berust, schep je sociale veiligheid. Maar dat betekent ook dat je als school grenzen stelt en gedrag aanpakt dat de sociale veiligheid in gevaar brengt.”

Pfeifer illustreert dit met een voorbeeld uit de praktijk. ”Twee jaar geleden was er commotie rondom de Nashville-verklaring. Tijdens één van mijn lessen in die periode riepen veel studenten: hoe middeleeuws is dit, het zou verboden moeten worden. Een van de meisjes in de klas hield zich afzijdig in de discussie, totdat een jongen vroeg: wat vind jij ervan? Het meisje bleek het gevoel te hebben geen gewetensvrijheid te hebben, omdat zij uit een omgeving kwam die achter de verklaring stond”, vertelt Pfeifer.

Respect

Daarna barstte het gesprek in de klas weer los en iedereen probeerde elkaar te overtuigen van zijn of haar ideeën. ”Toen heb ik het gesprek stilgelegd en het meisje uitgenodigd om tien minuten lang alles te zeggen wat in haar opkwam. De eerste vijf minuten gingen over haar geloof en de Bijbel. Pas na vijf minuten kwam het echte verhaal naar boven. Dat ze haar broer niet ziet omdat hij homoseksueel is. En hem – vanwege haar geloof – dus ook niet denkt terug te zien in het hiernamaals.” De klasgenoten zagen haar verdriet en kregen ook meer begrip voor de medeleerling. Want zij zagen ook wel dat je niet kunt kiezen tussen het geloof en de liefde voor je broer. ”In deze les werd duidelijk dat je elkaars mening niet hoeft te delen, maar dat je wel elkaar op het menselijke vlak kunt ontmoeten en respecteren.”

‘De waardevolle dialogen die je normaal gesproken op school voert, mis je nu’

Maar het ontmoeten op het menselijke vlak is in de huidige pandemie een stuk lastiger. Zo geeft Pfeifer toe dat het door het afstandsonderwijs moeilijker is om geborgenheid te bewaren. Dit komt met name doordat je elkaar continu via een scherm ziet en het échte contact met elkaar ontbreekt. ”Het onderwijs blijft nu vooral bij de inhoud. Maar ook de sociale veiligheid te waarborgen, heb je ook echt een relatie nodig. Dat is nu een stuk ingewikkelder op afstand. De waardevolle dialogen die je normaal gesproken op school voert, mis je nu. Het moet echt georganiseerd worden, anders gebeurt het niet.”

Onderling

Ook sociale veiligheid onder docenten en in de organisatie begint volgens haar met kleine dingen. ”Docenten die bijvoorbeeld ‘hoi ‘ zeggen als je binnenkomt, gesprekken voeren op een gelijkwaardig niveau, ook letterlijk. Als je jouw gesprekspartner laat plaatsnemen op een lagere stoel, dan belemmer je de sociale veiligheid.”

Volgens Pfeifer zijn mensen vaak geneigd om schuring uit de weg te gaan als het even spannend wordt. En dat helpt niet als je onderling een relatie wil opbouwen. ”Je moet elkaar leren ontmoeten op een empathische manier. Dat je leert het perspectief van een ander te bekijken en je eigen gedachten even opzij zet om te luisteren waar de ander vandaan komt.”

Birgit Pfeifer werkt voor het MBO-practoraat Verschillen waarderen, dat door Verus wordt ondersteund.