Oeso: onderwijs helpt bij bestrijden werkloosheid
Oeso: onderwijs helpt bij bestrijden werkloosheid
Met de investeringen uit het Covenant Leerkracht is het aandeel van de welvaart dat Nederland uitgeeft in peiljaar 2010 op het Oeso-gemiddelde uitgekomen. Dat blijkt uit het vandaag verschenen rapport Education at a glance 2013. Binnen de Europese Unie geeft Nederland nog wel minder uit dan de Scandinavische landen, België, Ierland en Groot Brittannië.
Door de economische crisis is de werkloosheid enorm opgelopen, vooral onder laagopgeleide jongeren. Ook in Nederland groeit de werkloosheid, maar deze is internationaal gezien heel erg laag. Het aantal jongeren dat de middelbare school afmaakt ligt hier juist weer hoog. Onderwijs doet er blijkbaar toe bij het bestrijden van werkloosheid en crisis, constateren de onderzoekers van Oeso.
Onderwijsuitgaven
In het jaarlijkse internationale overzicht Education at a glance 2013 ziet de Oeso daarom tot haar genoegen dat bijna alle landen hun onderwijsuitgaven in 2010 op peil houden. Nederland maakte de laatste jaren stappen vooruit als het gaat om de onderwijsinvesteringen ten opzichte van het bbp. Jarenlang zat Nederland onder het Oeso-gemiddelde. Sinds 2009 en volgens de vandaag gepubliceerde cijfers ook in 2010, zit Nederland nu precies op dat gemiddelde.
Crisis
De sprong voorwaarts tussen 2008 en 2009 is goed verklaarbaar. Door de crisis nam de welvaart (het bbp) af, maar bleven de onderwijsuitgaven gelijk. Zo gaf Nederland opeens méér van zijn welvaart uit aan onderwijs. Iets dat in veel landen gold die werden getroffen door economische krimp. Daarbovenop kwamen de investeringen uit het Convenant Leerkracht (kortere salarislijnen, functiemix, lerarenbeurs) die vanaf 2008 flink mee begonnen te tellen. Het effect van de nullijn is in 2010 nog klein, maar zal de komende jaren hoogstwaarschijnlijk een daling voorzaken op het aandeel onderwijsuitgaven ten opzichte van de welvaart.
Denemarken en Noorwegen voeren binnen Europa de lijst aan, zij geven relatief veel uit aan onderwijs. Maar ook in België, Zweden, Finland, Engeland en Ierland wordt meer uitgegeven aan onderwijs. Het lijkt misschien te gaan om cijfers achter de komma, maar een verschil van 0,1 procent van het bbp er bij of er af betekende in 2010 voor Nederland een slordige 550 miljoen euro meer of minder voor onderwijs.
Onderwijsinvesteringen 2010 in Europese Unie
In de tabel zijn de onderwijsinvesteringen per land te zien. Nederland is in het peiljaar 2010 precies op het Oeso-gemiddelde uitgekomen. Binnen Europa geeft Nederland nog wel minder uit dan de Scandinavische landen, België, Ierland en Groot Brittanië.
Bron: EAG 2013, 2012, 2011, 2010 indicator B2. Daarin worden de publieke en private |
Opmars
Engeland heeft de afgelopen jaren een stevige opmars gemaakt in het Oeso-ranglijstje, maar die stap betalen de Britten vooral zelf. De Oeso meet namelijk alle onderwijsuitgaven, zowel de publieke als de particuliere. Door de enorme verhoging van eigen bijdragen, vooral in het hoger onderwijs, betaalt de staat nu ongeveer 70 procent van de onderwijsuitgaven en de bevolking 30 procent. In 2000 lag die verhouding nog op 85-15 procent.
Het is in veel Oeso-landen een trend om de burger hoger aan te slaan voor het gevolgde onderwijs. In Nederland is dat beperkt: burgers gingen tussen 2000 en 2010 één procent meer meebetalen (van 16 naar 17 procent). Die stijging zit bijna helemaal in het hoger onderwijs, waar door hogere collegegelden burgers nu niet langer 23,5 procent meebetalen, maar 28,2 procent.
Lees hier de samenvatting van het rapport Education at a Glance 2013 voor Nederland.
