Kabinet wil onbevoegde leraren uit de klas bannen@partnerschap
Door: Maartje Bakker − 19/09/13, 06:00
Onderwijsakkoord vandaag getekend
Onbevoegde leraren moeten worden uitgebannen. Vanaf 2017 mogen docenten alleen hun eigen vak geven, en alleen met een universitaire mastergraad kunnen ze terecht in de bovenbouw van havo en vwo. Dat is een van de belangrijkste afspraken uit het Onderwijsakkoord dat minister Bussemaker vandaag sluit met schoolbestuurders en een deel van de vakbeweging.
In ruil voor de strengere eisen komt er geld en tijd voor leraren om hun bevoegdheid te halen en zich bij te scholen. ‘Zoals bij alle ambachten moeten zij voortdurend op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen’, staat in het akkoord. Nu geeft één op de vijf leraren in het voortgezet onderwijs nog een vak waarvoor hij niet bevoegd is, en dat tien uur per week. In het middelbaar beroepsonderwijs is dat één op de zes.
De oppositie heeft weinig vertrouwen in de afspraken. ‘In 2011 wilden we ook dat in 2013 iedereen bevoegd zou moeten zijn’, herinnert Paul van Meenen (D66) zich. ‘Nu schrijven we 2017 op. Dat schiet natuurlijk niet op.’
Betere leraar = beter onderwijs
Het Onderwijsakkoord vormt een uitwerking van het idee dat beter onderwijs synoniem is met betere leraren. Dat is een van de grondbeginselen van het kabinet, dat in het onderwijshoofdstuk van het regeerakkoord als eerste opmerking heeft genoteerd: ‘De kwaliteit van de man of vrouw voor de klas is van doorslaggevende betekenis voor excellent onderwijs.’
Minister Bussemaker heeft geen extra geld, maar ze schuift het geld op de onderwijsbegroting naar de bijscholing van leraren. Het begint bescheiden, met 25 miljoen euro voor alle onderwijssoorten bij elkaar in 2014. Dat loopt op tot 344 miljoen voor het basis- en voortgezet onderwijs in 2017.
Behalve geld zullen docenten ook de tijd krijgen om zich na te scholen, uiterlijk in 2015, belooft het akkoord. ‘In het buitenland is de lessentaak aanzienlijk lager dan in Nederland’, staat er – met de suggestie dat het hier ook wel wat minder druk kan. Bovendien komen er leraren ‘in goede conditie’ voor de klas als de werkdruk afneemt.
Landelijk lerarenregister
Het sluitstuk van de opwaardering die van leraren wordt verwacht, is een landelijk lerarenregister. Het kabinet verwacht er veel van: het register zou ‘een noodzakelijk element in de positionering van de leraar als professional’ zijn. Leraren spiegelen zich zo aan artsen of notarissen.
De oppositie reageert sceptisch op het Onderwijsakkoord. ‘Dit is niet het akkoord dat Nederland naar de top gaat brengen’, zegt Van Meenen. ‘Er komt geen euro bij, maar er wordt geschoven op de begroting. Dat noem ik balletje-balletje met onderwijsgeld.’
‘Het kabinet levert niet de middelen om de ambities waar te maken’, zegt CDA-Kamerlid Michel Rog. ‘De plannen om de werkdruk te verlagen zijn niet concreet. Er komt alleen een onderzoek.’