Motivatie vereist vakinhoudelijk sterke leraren
Published by Ton van Haperen on 10/01/2023
Deze column is eerder gepubliceerd in het januarinummer van Het Onderwijsblad
De VO-raad heeft het er vaak over, de sociaal emotionele problemen van leerlingen, het gebrek aan leermotivatie, getriggerd door corona, daardoor zijn leerlingen anders. De oplossing? Werk op school aan geluk, eerst relatie dan prestatie.
Deze bestuurlijk breed gedragen opvatting is een pijnlijke vergissing. Want ja, na corona komen kinderen onbeholpen terug, ze zijn het effectief leergedrag in schoolbanken kwijt. Maar de zoektocht naar kindergeluk zorgt ervoor dat ze dat leergedrag voorlopig ook niet terugvinden. Want motivatie voor leren op school, de inmiddels overleden Amerikaanse hoogleraar Brophy heeft dat onderzocht. Brophy schreef vaak over de expectancy x value regel; de verwachting de taak succesvol te kunnen uitvoeren maal een waardevol ervaren inhoud, dat is de motivatie voor leren op school. Dus een les die begint met leerboek navertellen, daarna opgaven maken, het rumoer zwelt aan, de zoemer beëindigt de les, dat is nul expectancy, nul value, nul motivatie. Motivatie in klassen vereist vakinhoudelijk sterke leraren, ambachtelijk goed, met plezier in wat ze onderwijzen. Zo nemen zij verantwoordelijk voor value en expectancy en leggen die niet bij leerlingen. En als leraren deze kwaliteit nog niet hebben, geeft niks, dan werken we daaraan. Een initiatief op dit gebied, na corona, niet gezien.
Zet het op een rij en huiver. Voor corona constateert de OESO dat het op middelbare scholen nergens zo’n chaos is als hier. Een rationeel mens denkt dan; kinderen hebben op onze scholen internationaal ongebruikelijk veel ruimte om te kiezen voor niet-coöperatief gedrag, dus na corona zijn we verplicht te sturen op coöperatief gedrag met herbevestigen en handhaven van normale regels. Als een leraar praat, houden jullie je mond. Een complexe taak vereist concentratie, die maak je in stilte, daarna praten we erover. Maar nee hoor, bestuurlijk Nederland kiest voor uitrazen, met herrie in klassen en een smartphone in de achterzak, voortdurend trillend om aandacht. En kijk nou, de resultaten vallen tegen. Geeft niks, eerst relatie, dan prestatie, vlieg een motivatiegoeroe in, ga naar De Efteling, de minister betaalt. De leerlingen die na een toetsweek de rekening ‘kansloos afstromen’ gepresenteerd krijgen, denken echter: prestatie is relatie. En zij hebben gelijk; deze pedagogisch didactische meltdown vernielt hun kansen op maatschappelijk succes.
Ik ken collega’s die zeggen, ach, ik red me zo ook. Ja natuurlijk, het zou van een verloren professioneel leven getuigen als je met jaren ervaring die klasjes niet enigszins aan de gang krijgt. Maar de old soldiers mogen solo een eind komen, samen zijn ze minder dan de som der delen; een krachteloze leeromgeving die steeds vaker staat voor stress, onderpresteren en uitval, het grote hedendaags schoolverdriet. En dan de echte misdaad; beter samenwerken vanuit een helder pedagogisch didactisch referentiekader, het is laaghangend fruit. Pluk het dan, sukkels!